Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Games

Gokken voor de kunsten

Musea zijn in toenemende mate afhankelijk van giften van de BankGiro-loterij. Tussen gever en ontvanger bestaat een innige relatie.

Maandag mag Jos Schotterjé voor het eerst naar het Goed Geld Gala. Jarenlang heeft de directeur van het Limburgs Museum in Venlo aanvragen ingediend bij de BankGiro Loterij. Nooit mocht zijn museum meedelen in de miljoenen die de loterij tijdens dit jaarlijkse festijn over musea uitstrooit.

Deze week ontving Schotterjé na maanden spanning een uitnodiging. „Een schreeuw van totale blijdschap klonk door het hele museum.” Eindelijk kan hij zijn grote plannen uitvoeren om zijn museum „tot de top van de archeologische musea in Nederland te laten behoren” .

Met ruim zestig collega’s zal Schotterjé aanschuiven bij het gala in de gerestaureerde Eregalerij van het Rijksmuseum. Een grote gouden enveloppe ligt te wachten onder hun stoel. „Te branden onder je billen”, in de woorden van gastheer Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum. De museumdirecteuren mogen de enveloppe pas openmaken als hun naam wordt genoemd.

Ruim veertig musea zijn al eerder tot beneficiënt verkozen. Zij zijn voor vijf jaar verzekerd van financiële steun van de BankGiro Loterij. Ze mogen het geld niet gebruiken voor de bedrijfsvoering , wel voor het versterken van de collectie. Toch is ook voor hen de avond spannend. Zij hebben vaak ook nog een aanvraag ingediend voor miljoenen uit een extra trekking, die ze hopen te kunnen gebruiken voor een verbouwing, een bijzonder project of aankoop.

Het gala is hun jaarlijkse feestje met hun belangrijkste private geldschieter. Stralend gaan ze met de directie van de loterij op de foto, om deze veelal trots in het jaarverslag af te drukken.

De relatie tussen gever en ontvanger is innig. De loterij ondersteunt de marketingafdelingen van de musea, ze houden samen acties om mensen naar musea te trekken en als het nodig is, lobbyen de musea in Den Haag als de opbrengsten van de goededoelenloterijen worden bedreigd.

Gêne om hun enveloppe te openen kennen de museumdirecteuren niet. De groepsfoto is „een orgastisch moment”, zegt directeur Benno Tempel van het Gemeentemuseum in Den Haag. Hij heeft de foto van vorig jaar nog aan de muur hangen.

Met de bezuinigingen van overheden groeit de BankGiro Loterij uit tot een van de belangrijkste geldschieters van Nederlandse musea. Naast de subsidies, entreegelden en inkomsten van horeca of de eigen winkel, moeten ze meer fondsen zien te werven. Bij de begunstigden van de BankGiro Loterij kan de steun oplopen tot 23 procent (Museum voor Moderne Kunsten in Arnhem) van de eigen inkomsten en zelfs tot meer dan 50 procent bij een extra bijdrage zoals bij het Mauritshuis in Den Haag. Dat blijkt uit een inventarisatie van deze krant.

Nu draaien musea vaak nog een licht positief resultaat, zonder het loterijgeld zouden ze in de rode cijfers duiken. Het geld gebruiken ze vaak voor uitbreiding of restauratie van de collectie.

„Grote Nederlandse musea spelen op de internationale kunstmarkt een rol dankzij de BankGiro Loterij”, zegt Tempel. Zijn museum had anders de installatie Cel XXVI van Louise Bourgeois in 2010 niet kunnen verwerven. Het Rijksmuseum, dat jaarlijks zo’n 3 miljoen van de BankGiro Loterij ontvangt, heeft zelf een aankoopbudget van 4 ton. Pijbes: „Een belangrijke aankoop zoals het zeventiende-eeuwse topstuk Meisje met brede hoed van Caesar van Everdingen had ik niet kunnen doen.”

Het Limburgs Museum moet nog afwachten hoeveel het maandag krijgt. Een Joods ritueel bad uit de 13de eeuw moet het hart worden van een heringericht museum dat de archeologische vondsten in Limburg een plek moet geven. „Deze bijdrage is wezenlijk”, zegt Schotterjé.

Zijn museum is dit jaar een van de 139 aanvragers voor een structurele bijdrage. Daarnaast zijn er 32 verzoeken van de bestaande begunstigden voor een extra project. Een museum moet toonaangevend zijn en een gezonde bedrijfsvoering hebben om in aanmerking te komen, zegt directeur Marieke van Schaik van de Goededoelenloterijen. Een team experts reist het hele jaar het land rond om musea te bezoeken. Ze kijken naar het artistieke beleid maar vooral naar de bedrijfsvoering. De loterij wil niet dat het museum te afhankelijk wordt van het loterijgeld en geeft maximaal eenderde van het totale budget.

„We moeten vertrouwen hebben in het museum”, zegt Van Schaik. Zo werd al besloten de steun voor het Aviodome in Lelystad in te trekken, voordat het faillissement vorig jaar werd uitgesproken. Het Stedelijk Museum in Amsterdam was jarenlang een uitzondering tussen de grote musea, doordat het geen geld kreeg van de loterij. Volgens geruchten omdat toenmalig voorzitter van de raad van toezicht, Rijkman Groenink, zich arrogant had opgesteld tegen Boudewijn Poelmann, oprichter en baas van de Goededoelenloterijen, die daarom geen zin had steun te geven.

„Het optreden van Rijkman Groenink was niet dé reden”, zegt Van Schaik. „Het Stedelijk is zoals iedereen weet een museum met veel problemen. Die moet het samen met de eigenaar, de gemeente, eerst zelf oplossen. Wij hebben gezegd dat we wel weer verder praten als het af is.” In 2010 kreeg het Stedelijk eenmalig 500.000 euro voor herinrichting. Een woordvoerder van het Stedelijk zegt „dat we met de BankGiro Loterij hebben besproken dat we eerst realiseren waar we deze grote schenking voor hebben gekregen, alvorens nieuwe aanvragen te doen.”

De musea die geld krijgen hebben een innige relatie met de BankGiro Loterij. „Ze stappen net een half uur geleden de deur uit”, zegt Tempel. „Een museum als het onze heeft twee pr-medewerkers. Dan ben je blij met adviezen die je uit het bedrijfsleven kunt krijgen.” Ook bij het Frans Hals Museum denkt de BankGiro Loterij mee. „Je bent gek als je daar geen gebruik van maakt. Wij gaan regelmatig samen zitten”, zegt directeur Karel Schampers.

De loterij ziet zichzelf „als partner”, zegt Van Schaik. „In deze tijd van teruglopende subsidies helpen we ze meer commercieel te denken.” Zo kunnen de begunstigde musea reclamezendtijd in de toch al goedkopere Ster-cultuurblokjes inkopen met de BankGiro, die in ruil voor naamsvermelding eenderde van de kosten betaalt.

Om meer bezoek te trekken worden acties georganiseerd waarbij loterijdeelnemers gratis naar een museum kunnen. Dat gebeurde bij de Hermitage Amsterdam, die al 15 miljoen had gekregen voor de realisatie van dit nieuwe museum in 2009. De BankGiro Loterij nodigde als founding father 2 miljoen mensen uit. 200.000 maakten gebruik van de mogelijkheid gratis naar het museum te gaan. Bij dergelijke acties betaalt de BankGiro de entree.

De BankGiro Loterij afficheert zich als cultuurloterij. Ze is verplicht de helft van de opbrengst van zo’n 120 miljoen te investeren in een goed doel. Van de bijna 60 miljoen euro die de BankGiro Loterij vorig jaar uitkeerde ging het merendeel naar musea. Ter vergelijking: het ministerie van OCW trekt nu nog jaarlijks 137 miljoen uit voor de exploitatie en huisvesting van de dertig rijksmusea. Dat wordt 10 miljoen minder na dit jaar.

Maar dat betekent niet dat de lotenkopers per definitie cultuurliefhebbers zijn. De werving van de loterij richt zich dan ook op de prijzenpot. Zo liep vorige maand een actie voor de lezers van gratis dagblad Spits!, waarbij het woord cultuur nauwelijks voorkomt.

De BankGiro Loterij heeft een gesmeerde machine om loten aan de man te brengen. De SP voert al jaren in de Tweede Kamer campagne tegen de BankGiro Loterij en haar zuster-goededoelenloterijen, omdat de partij vindt dat deze niet binnen ‘het restrictieve kansspelbeleid’ opereren en mensen via een agressief marketingbeleid te makkelijk overhalen om loten te kopen. Bij de Reclame Code Commissie werden vorig jaar nog ruim 40 klachten ingediend wegens misleidende reclame. Een enkele keer wordt de klacht gegrond verklaard, bijvoorbeeld als uit de enveloppe niet op te maken is dat het om reclame gaat.

De museumdirecteuren malen er niet om dat ze geld krijgen van een loterij. „Zo moralistisch ben ik niet”, zegt Tempel. „Het zit in de menselijke natuur om een gokje te wagen. Financiering vanuit de tabaksindustrie of wapenhandel zou ik wel ingewikkeld vinden.”

Musea en loterij vinden elkaar bij het lobbyen in Den Haag. In 2011 zag de BankGiro Loterij, net als de andere goededoelenloterijen, haar inkomstenbron bedreigd bij de behandeling van een nieuwe Kansspelwet. De regering wil ruimte scheppen voor online-gaming en privatisering van Holland Casino. Bovendien wilden verschillende partijen de marketing- en reclameactiviteiten inperken.

Vlak voor het Kamerdebat publiceerden de directeuren van vier rijksmusea en van het Prins Bernhard Cultuurfonds een ingezonden brief in de Volkskrant. Daarin noemden zij een amendement van PvdA en GroenLinks waardoor de loterijen niet meer ongevraagd post zouden mogen versturen, „desastreus” voor goede doelen en de culturele sector.

Van Schaik: „Als zoiets heftigs wordt voorgesteld, hebben wij natuurlijk contact met musea. En als Wim [Pijbes, directeur Rijksmuseum, red.] dan vraagt of het goed is als zij iets van zich laten horen, juichen wij dat toe. Zij schrijven die brief, maar wij kijken ernaar, zodat we zeker weten dat we dezelfde punten benadrukken.”

Alle begunstigden van BankGiroLoterij, Postcode Loterij en Vrienden Loterij hebben zich verenigd in het Goededoelenplatform. SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, die ook in raden van toezicht van diverse culturele instellingen zit, zoals Het Concertgebouw (sinds 2000 ruim 8 miljoen) en Kröller-Müller Museum (dat miljoenen krijgt voor aankopen), is voorzitter van dat platform en sprak tijdens een openbare hoorzitting van de Tweede Kamer.

„De goede doelen hebben het platform zelf opgezet, maar wij faciliteren het en we overleggen met ze hoe we kunnen samenwerken”, zegt Van Schaik. „Maar is dat zo gek?” vraagt ze zich af. „Als wij bedreigd worden, heeft dat direct gevolgen voor alle goede doelen.”

De BankGiro Loterij heeft het voor de begunstigde musea onmogelijk gemaakt om in zee te gaan met een concurrerende loterij. Dat staat, zo zegt Van Schaik, gewoon in de voorwaarden. Kamerlid Bart de Liefde (VVD) streefde vorig jaar juist naar meer concurrentie en pleitte voor een alternatieve kunstloterij, die ook podiuminstellingen en cultuureducatie steunt. „Die wonderlijke exclusiviteitafspraak geeft nog eens aan dat er iets moet veranderen.” Omdat De Liefde het monopolie op loterijen te groot vindt, bepleit hij aanpassing van de Kansspelwet.

De BankGiro Loterij verbaast zich over het voorstel van De Liefde. De reactie is: er is al een cultuurloterij en dat zijn wij. Vorig jaar september ging er een nieuwe cultuurloterij van start, de Nationale Kunstloterij. Van Schaik: „Op zo’n moment benaderen we onze partners en informeren hen, zodat ze weten wat er speelt als ze vragen krijgen.”

Benno Tempel van het Gemeentemuseum ergert zich aan de kritiek van De Liefde. „Een liberaal als hij zou meer hoffelijkheid moeten tonen. Al die collectieonderdelen die dankzij de BankGiro Loterij worden onderhouden zijn van de overheid. De loterij spekt zo de Nederlandse Staat.” En zo gaan de museumdirecteuren maandag weer glimmend met de directie van de Goededoelenloterijen op de foto. Gastheer Pijbes: „Dit is voor de kunst nog een van de weinige hoogtepunten.”